Tijs & Jessica leven onder de Roma’s, een verstoten bevolkingsgroep in Roemenië

Een verschrikkelijke ruzie ontaarde bijna in de dood voor Tijs & Jessica. Maar Jezus redde hen en gaf hen een opdracht: radicaal dienen onder de Roma's, misschien wel de minst geliefde bevolkingsgroep op aarde. Van een radicale ommekeer gesproken!

pe lunca
Tijs, Jessica en hun drie kinderen: Marie-Lou, Lowie en Rosalie.

Tijs & Jessica Priem wonen in Vaidei, Roemenië. Samen met hun 3 kindjes, Marie-Lou, Lowie en Rosalie, en hun grote luierik van een hond ‘Jerom’, vormen zij het fantastische suPriem team. Hun ministry heet ‘Pe Lunca’. Uit het Roemeens vertaald betekent dit ‘Op het Veld’, want daar zijn ze ook dagdagelijks te vinden: tussen de Roma’s, de allerarmsten onder de Roemenen, om de boodschap van het Evangelie in woord en daad te verkondigen. Wie Tijs en Jessica nu ontmoeten, zouden meteen de liefde van Jezus in hun leven herkennen, maar dit was niet altijd zo. Jezus moest hen eerst van de dood redden.  

(Door Dennis Delbaere)

Dennis: Tijs, Jessica, telkens wanneer ik bij jullie ben is het jullie liefde voor Jezus die merkbaar centraal staat. Toch zag het leven er vroeger allesbehalve liefdevol uit, toch? Laat ons beginnen bij het begin – hoe zijn jullie tot geloof gekomen? 

Tijs: Neen, klopt. Wij zijn zo’n elf jaar geleden tot bekering gekomen. We groeiden beiden op in Poperinge, in een sociale wijk. Allebei komen we uit een gescheiden gezin waar ruzie, geweld, verdriet en ontgoocheling dagelijkse kost was. Op ongeveer 15-jarige leeftijd kregen we, na al een tijdje vriendschap, verkering met elkaar. Toen Jessica zeventien werd zijn we samen gaan wonen onder begeleiding van een organisatie die zelfstandig wonen voor jongeren uit probleemgezinnen mogelijk maakt. De thuissituatie was vooral voor haar echt niet meer leefbaar. We hielden van elkaar, begrepen elkaar, kenden elkaars achtergrond en waren van het begin af altijd heel open en eerlijk geweest over alles.

Na alweer een uiterst agressieve ruzie met m’n vrouw was ik in alle staten. Zo erg dat ik Jessica ging vermoorden.

Dit zorgde voor een enorme sterke band tussen ons, maar door de bagage van verdriet die we beiden met ons meedroegen kwam die band enorm onder druk. Ik zette sinds m’n kindertijd mijn verdriet steeds om in agressie, wat zorgde voor meer en meer brutalere vechtpartijen. Toen we samen gingen wonen was dit jammer genoeg niet anders. Voor we het wisten hadden we letterlijke slaande ruzies. Met als gevolg dat ik op den duur in versneld tempo steeds meer naar drugs ging grijpen en voor ik het door had was ik verslaafd. Erger nog: ik sleurde er Jessica in mee.  

tijs was agressief
Tijs was high of agressief. Hij probeerde zich van het leven te beroven.

High of agressief waren de enige twee situaties waarin ik me dagelijks bevond. Tot de stoppen op een avond bij mij compleet doorsloegen. Na alweer een enorme en uiterst agressieve ruzie met m’n vrouw was ik meer dan ooit tevoren in alle staten. Zo erg dat ik Jessica ging vermoorden, dat weet ik gewoon – ik was buiten mezelf razend. Jessica kon gelukkig wegvluchten en ik had niet gezien welke richting ze was opgelopen dus kon ze ook niet achternagaan. Ik stormde ons huis binnen en als een orkaan verwoeste ik alles. Ik belde haar op in m’n blinde woede en verplichte – dreigde – haar naar huis te komen. Ze was doodsbang en zei dat het afgelopen was. Voor haar was het genoeg geweest. Toen ik dat hoorde, pakte ik in een wilde furie de tv-kabel, draaide die rond m’n nek en snoerde die toe totdat Jessica, die ik nog steeds aan de telefoon had, mij m’n laatste adem hoorde uitblazen.  

Ik lag in coma. Vier dokters deelden m’n familie mee dat ik amper vijf procent overlevingskans had.

Jessica: Ik stond op straat en riep zijn naam zo hard ik kon, maar tevergeefs. In paniek rende ik zo hard ik kon terug naar huis en verwittigde ondertussen onze buurman. Tien minuten later trof ik Tijs bewusteloos zittend op de grond, met schuim uit de mond. Hij ademde niet meer en onze buurman begon Tijs meteen een hartmassage te geven terwijl ik het noodnummer belde. De ziekenwagen kwam amper 25 minuten later. Aan de hand van de timing van het telefoongesprek kon ik berekenen dat Tijs meer dan tien minuten zonder zuurstof moet zijn geweest. Van de dokters kwamen we te weten dat na vier minuten al permanente hersenschade is. 

En toen?   

Tijs: Ik lag in coma. Vier dokters vergaderden over mijn situatie en deelden vervolgens m’n familie mee dat ik amper vijf procent overlevingskans had. Indien ik het ging overleven zou dit wel 100% als een plant zijn, zonder enige hoop op herstel. Na twee dagen probeerden de dokters m’n lichaam op temperatuur te krijgen om mij, zonder orgaan falen, terug bij bewustzijn te krijgen. Ik ontwaakte, maar wat niemand had voorzien was dat ik nog steeds in dezelfde agressieve staat was als toen ik de feiten pleegde. Ze verdoofden me opnieuw en brachten me over naar de crisis-eenheid van de psychiatrie. Ik werd daar geplaatst onder het gerecht, omdat – zo dachten ze toch – ik een gevaar voor mezelf en de maatschappij was, maar God had andere plannen. Toen ik daar opnieuw wakker werd, kon ik mij niets meer herinneren. Ik wist absoluut niets meer! Mijn eigen naam niet, hoe ik daar terecht ben gekomen, ik wist zelfs niet meer hoe ik moest stappen. Enkel en alleen de Naam van Jezus spookte door mijn gedachten. Maar ik wist totaal niet wat een Jezus was.

Tot ik uiteindelijk me luidop afvroeg Wie of wat die Jezus nu eigenlijk is. Van het ene op het ander moment begaf ik mij in Zijn tegenwoordigheid. Liefde en vrede, zoals ik nooit had gekend, doorstroomden mij van kop tot teen. Op datzelfde ogenblik wist ik op slag Wie Hij was; waarom Hij naar de wereld gekomen was; en waarom Hij Zichzelf geofferd had op het kruis. Voor mij! Op exact hetzelfde moment wist ik ook precies hoe slecht ik was geweest, maar Hij had mijn straf op Zich genomen. Ik begon te huilen en dankte Hem. Toen de eerste woorden van dank uit m’n mond kwamen hoorde ik duidelijk Zijn stem. Hij zei me dat Hij al die jaren bij me was geweest, ik wist het gewoon niet. Ik zakte als een lappenpop ineen en huilde zoals ik nog nooit gehuild had. Kort daarna begreep ook m’n vrouw dat God met ons was en al altijd was geweest. En zo’n maand later gaven we ons beiden volledig over in Zijn handen. 

Dennis: Wat een radicale ommekeer! Van radicaliteit gesproken: jullie leerden Jezus kennen en Hem te volgen. Wat was dan precies het moment dat jullie doorhadden dat God jullie riep om alles achter te laten en naar Roemenië te gaan? 

Toen we tot geloof waren gekomen brandde ons hart om anderen te helpen. Zonder dat een van ons het kon verklaren wilde we dit liefst doen ergens in het buitenland. We hadden geen flauw idee hoe dat in z’n werk ging. Dus deden we wat iedereen tegenwoordig zou doen: eens kijken op het internet. De eerste projecten die we vonden waren in Afrika, maar dat leek voor ons onbetaalbaar. Maar God kende ons verlangen, want zonder dat we het zelf wisten was onze allereerste conferentie ’The Mission Convention’, die toen doorging in Zaventem. We waren net tot geloof gekomen en hadden geen benul wat we ervan moesten verwachten, maar we wisten wel dat het over Jezus ging. Het bleek al snel dat de conferentie in teken stond van zending, wat ons enorm positief beviel. Daar viel ons (geestelijk) oog ook voor het eerst op Roemenië.

Ik wist zelfs niet meer hoe ik moest stappen. Enkel de Naam van Jezus spookte door mijn gedachten. Maar ik wist totaal niet wat een Jezus was!

Dirk Weyts was een van de gastsprekers. Hij vertelde over hun leven in Roemenië en meteen voelde het alsof dat land een nestje had gemaakt in ons hart. Na een paar jaar vertrokken we voor twee maand om mee te helpen in de organisatie van Dirk, maar natuurlijk ook vooral om er de Here Zijn wil te zoeken. Op dat moment bleek dat de deur om te verhuizen naar Roemenië nog gesloten was, maar we zetten ons wel keihard in om de werking in Roemenië van thuis uit financieel te ondersteunen. Twee jaar later, compleet uit het niets, opende God heel duidelijk die grote deur voor ons. Amper een klein jaar later namen we onze intrek in ons huisje hier in Roemenië waar we van start gingen met Pe lunca, waar we de Roma’s, een verstoten en genegeerde bevolkingsgroep in Roemenië, dienen met de liefde van onze Redder en Koning, Jezus Christus. 

Dennis: Dat lijkt me niet makkelijk, ondanks de roeping van God. Wat waren zoal de obstakels die jullie de eerste jaren moesten overwinnen? 

De taal natuurlijk, maar ook heimwee en eenzaamheid viel ons in momenten zwaar. In Roemenië is er een volledig andere cultuur dan wat wij gewend waren. Ook was het niet makkelijk om alle papieren in orde te krijgen. Niemand die Engels sprak, of zelfs nog maar bereid was ons te helpen. Mensen waren heel bot en grof bij de openbare diensten. Daarnaast moesten we ook nog leren alles volledig loslaten en het alleen van God te verwachten. Dit was heel raar en beangstigend in het begin, maar telkens zo bemoedigend om steeds te zien hoe echt al Gods beloften zijn. Hoe Hij echt zo goed voor ons zorgt, wanneer wij alles durven los te laten bij Hem.  

een klein jaar later namen we onze intrek in ons huisje hier in Roemenië en gingen we van start met Pe lunca, waar we de Roma’s dienen met de liefde van Jezus Christus. 

Ook was de dagelijkse confrontatie met alle ellende die we hier tegenkwamen in het begin enorm moeilijk. Dit was zo zwaar om dragen in het begin (en soms nog), maar ook hier moesten we leren om ons verdriet vanwege alle ellende aan Hem te geven. Het geeft geen zin om constant af te gaan op de alle noden, want dan verdrink je in het werk – het zijn er oneindig véél! We leerden hiermee om te gaan door onze focus te allen tijde op Hem te houden. Wie dat kan, die ziet Hem dan pas echt aan het werk. 

Dennis: Ondertussen is Pe Lunca als werking enorm gegroeid. Welke projecten hebben jullie zo allemaal? 

We hebben heel wat lopende programma’s zoals verschillende kinderprogramma’s; werking met de bejaarden; ochtendprogramma’s met de mama’s en hun allerkleinsten; en verschillende manieren van jeugdwerk. We hebben een huiswerk-club gestart om de Romakinderen te helpen bij hun schoolachterstand. En hebben sinds een aantal jaar een dokterspraktijk waar er regelmatig gratis consultaties mogelijk zijn. Jaarlijks organiseren we ook verschillende kampen. Zo zijn de Roma kinderen ook eens weg uit hun eigen leefwereld. Ook kregen we een center van de Heere, vlak bij het Roma dorp in Geoagiu. Daar waar we dus het meest actief zijn.  

Naast al deze programma’s en projecten hebben we ook de materiële hulpverlening. We helpen huisjes bouwen en renoveren. We voorzien kachels, kledij, voedselpakketten. Geloof laat je zien in woord en daad. Dit gaat hand in hand.  

Verder hebben we ook verschillende keren bezoeken van groepen of individuen die ons komen ondersteunen bij al het werk. Wanneer er groepen hier komen dan is het onze bedoeling om samen doorheen Gods Woord onze ware Identiteit te gaan ontdekken en bestuderen, om dit dan ook om te zetten in de praktijk. Daarnaast bespreken we ook op voorhand met welke andere doelen de groepen komen. Is het om zich vooral met kinderwerk bezig te houden? Of hebben ze budgetten om voedsel- en kledijbedeling te doen? Sommigen hebben spaaracties gehouden om dan met bepaalde bouwprojecten te helpen. Er is genoeg te doen! 

Tijs en Jessica richtten een huiswerkclub op om jonge Roma’s te helpen bij hun schoolachterstand.

Dennis: Bedankt, Tijs en Jessica. Laatste vraag: wat hopen jullie voor de toekomst?  

Onze grootste visie voor komende jaren is simpel en komt op het volgende neer: mensen voor de Here winnen! Op welke manier Hij het ook wil dat we het aanpakken. Dus hopen en bidden we voor de komende jaren dat we steeds in Zijn wil blijven, nooit tekortschieten aan geloof, dat de werking verder mag uitgroeien en we meer medewerkers mogen verwelkomen. Dat we verder de cirkel van armoede kunnen doorbreken, en dat nog meer mensen mogen bereikt worden met het evangelie, meer bekeerlingen, meer dopen, meer wonderen, … kortom, steeds meer Jezus. De wereld moet zien dat Hij Heer is! 

Tijs en Jessica zijn enorm dankbaar voor wat de Heer al allemaal reeds gedaan heeft doorheen de werking. Sinds vorige jaar hebben ze zelfs een vaste vrijwilliger. Ook genieten ze van de vele groepen die graag komen om te helpen. Om al hun activiteiten te kunnen blijven uitvoeren hebben ze meer ruimte nodig. God gaf hun enkele jaren geleden op wonderbaarlijke wijze een center vlak bij het Romadorp. Maar om aan alle wetgeving te voldoen moeten er verschillende aanpassingen gebeuren vooraleer ze er volop gebruik van kunnen maken. Daar zijn dus nog veel budgetten voor nodig. Ze hopen om dit allemaal zo snel mogelijk in orde te kunnen krijgen om ten volle gebruik te kunnen maken van dit center en de verandering in de Roma hun levens dankzij het volbrachte werk van Jezus. Wie de werking wil steunen of meer info wil kan surfen naar www.pelunca.be. Wie geraakt is door het levensverhaal van Tijs en Jessica en hen persoonlijk wil ondersteunen in hun levensonderhoud kan dit door te storten op BE24860110876638 – BIC: NICABEBB met de vermelding: “familie Priem”