Danny Soto is was meervoudig Nederlands kampioen karate en leefde in een diep dal van drugshandel en geweld. Zijn gelovige moeder geloofde vast dat haar jongste zoon een dienaar van God zou worden. Dat gebeurde ook. Danny woont in Vlaanderen en leidt daar een kerk. “Ik riep uit: als U God bent, of de God van mijn moeder, geef me een teken. Dan ga ik U dienen.”
Danny (62) werd in Aruba geboren en verhuisde op zijn negende naar Nederland. Hij werd veel gepest en leed vreselijk onder het huiselijk geweld van zijn vader. Ook na de scheiding van zijn ouders was er veel afwijzing. “Ik had een andere huidskleur en sprak minder goed Nederlands. Ik was erg agressief.”
“Als kind ging ik met mijn moeder mee naar de kerk, een Pinksterkerk. Ik kon goed voetballen, maar door hartproblemen moest ik daarmee stoppen. Ik had een vergroot sporthart en het was misvormd. Daardoor zou ik maar zeventien of achttien jaar kunnen worden. Maar mijn moeder was een wedergeboren christen. Ze zei: ‘De Heere heeft jou niet voor niets gegeven. Je zult Hem dienen, net als Daniël’ (zoals ik eigenlijk heet). Daarom zul je niet vroeg sterven.” De voorganger bad voor hem en zalfde zijn hoofd met olie. “Ik werd totaal genezen.”
“AL OP MIJN VEERTIENDE STOND IK VOOR DE RECHTER. IK HAD EEN MES GEGOOID NAAR EEN OUDERE JONGEN WAAR IK RUZIE MEE HAD.”
“Al op mijn veertiende stond ik voor de rechter. Ik had een mes gegooid naar een oudere jongen waar ik ruzie mee had. Inmiddels ging ik niet meer naar de kerk. Ik was ook teleurgesteld in christenen die zich mooier voordeden dan ze waren. De wereld trok. Op mijn veertiende verliet ik het huis van mij moeder, stortte mij in het nachtleven ging op mijn vijftiende al samenwonen. Op mijn zestiende kreeg ik mijn eerste zoon. Ik ging nooit naar school, ik had geen diploma of opleiding, geen uitkering en geen geld. Mijn vriendin was verpleegster, maar moest stoppen met werken om voor ons kind te zorgen.”
Portier en Europees karatekampioen
Danny kwam steeds meer in de straatcriminaliteit terecht en leerde van oudere jongens hoe hij moest inbreken en hoe je overvallen moest plegen. “Toen ik tien dagen vast kwam te zitten, dacht ik: dit wil ik nooit meer. Mijn oom, wereldkampioen karate, meende dat ik rustiger zou worden als ik op karate zou gaan. En inderdaad kwam er in het begin meer discipline in mijn leven. Een andere deur ging echter voor me open: de portierswereld. Toen ik achttien was, werd ik portier van een dancingclub en raakte nog al eens betrokken bij vechtpartijen.”
Danny ging verder in de sport en werd zelfs drie keer Nederlands kampioen en één keer Europees kampioen karate. Hij beschermde casino’s, nachtclubs en verdiende heel veel geld.
“Ik was belust op macht, geld en vrouwen. Dan had ik alles, dacht ik. Ik intimideerde, bedreigde en gebruikte wapens. Op den duur werd ik geweerd uit de sport omdat ik me overal misdroeg. Ook leerlingen van mijn sportschool volgden mijn slechte voorbeeld.”
Drugs en paranoia
De honger naar geld zorgde ervoor dat hij in de drugshandel terecht kwam. Gelukkig gebruikte hij zelf niet.
“Ik kwam, omdat ik Spaans sprak, in aanraking met Colombianen. Ze boden heel veel geld als ik ‘tussenpersoon’ werd in de drugshandel. Ik zette zo mijn hart steeds meer open voor de duivel. Het bedrijf werd op naam van een zogenaamd exotisch bedrijf gezet, een fake bedrijf. Ik stapte in een boot en kon er niet meer uit. Het was heel gevaarlijk werk. Ik liep bijvoorbeeld groot gevaar bij het beschermen van een industrieterrein.Het werd een nachtmerrie.
“IK WERD STEEDS MEER ONDER DRUK GEZET EN WERD SUPER PARANOIA. IK SLIEP BEWAPEND, HAD IJZEREN PLATEN ACHTER MIJN VOORDEUR GEMAAKT.”
Elke week moest ik me melden bij de Colombianen, dag en nacht op scherp staan en beschikbaar zijn. Het werk had geen einddatum. Ik was bang om gepakt te worden door de politie en was bang voor de Colombianen, die alles van mij en mijn familie wisten. Ik werd steeds meer onder druk gezet en werd super paranoia. Ik sliep bewapend, had ijzeren platen achter mijn voordeur gemaakt. Ik slikte valium, rustgevende tabletten, om het vol te kunnen houden. Dit leven had ik nooit gewild. Het was de prijs voor geld, macht en vrouwen, maar kon niet meer zelf bepalen wat ik wilde.”
Een levensveranderende droom
Toen kwam er een keerpunt in het leven van Danny. In het huis van zijn moeder, kreeg hij een levensveranderende droom.
“In 1988 sliep ik ‘s middags even bij mijn moeder. Alleen daar voelde ik me veilig. Toen droomde ik. Ik viel in een put en hing aan een draadje, dat elk moment kon knappen. Helemaal bezweet en gillend werd ik wakker. Mijn moeder rende naar boven: ‘Wat is er aan de hand, jongen?’ Ik zei dat het hyperventilatie was. Mijn moeder zei: ‘Jongen, ik weet dat je op het verkeerde pad bent. Stop ermee.’ Mijn moeder ging koffiezetten en ik zei: ‘Ik kom eraan.’
Er was een stem in mijn hoofd: ‘Jij gaat dood, jij gaat dood, jij gaat dood omdat je te ver bent gegaan.’ Ik werd zo bang om naar de hel te gaan en ook voor een ripdeal (een beroving bij een drugstransactie, nvdr). Toen zei ik: ‘Als U God bent, of de God van mijn moeder. Als U bestaat, geef me een teken. Dan ga ik U dienen.’ Toen kwam er een rust over me alsof ik vijf valiumtabletten had geslikt. Toen heb ik gezegd: “Verlos me van de Columbianen, dan ga ik U dienen.” Tijdens de koffie liet het me niet meer los en zei tegen mijn moeder: ‘Ik ga mee naar de kerk.’ ‘Waaaaat?’, riep mijn moeder uit.”
“ER WAS EEN STEM IN MIJN HOOFD: ‘JIJ GAAT DOOD, JIJ GAAT DOOD, JIJ GAAT DOOD OMDAT JE TE VER BENT GEGAAN.’”
In de dienst lag hij te slapen. Maar de eenvoud en de relaxte houding van de mensen trok. “Zij hadden rust en vrede. Zelf hield ik het niet meer en zocht een gesprek met een evangelist. Eigenlijk durfde ik met niemand vertrouwelijk praten. Altijd had ik een wapen in de auto. Ik wist dat ik doodgeschoten zou worden, als ik iets zou loslaten. De evangelist zei: ‘Je moet je bekeren. Maar niet nu, over twee weken. Kom over twee weken maar terug.’ Ik riep wanhopig uit: ‘Ik wil me echt bekeren.’”
Maar hij hield vol: ‘Kom over twee weken maar terug. Want nu wil je je bekeren omdat je het in je broek doet van angst.’ Ik ben die tijd door een hel gegaan. Ik moest me weer melden bij de Colombianen en opdrachten uitvoeren. Maar weer was er diezelfde stem die eerst zei: ‘Jij gaat dood’. Die zei nu: ‘Ga naar degene die boven jou staat en zeg dat je je gaat bekeren en Jezus gaat dienen.’ Ik begreep dat ik verlost zou worden als ik zou gehoorzamen. Toen ben ik gaan bidden: ‘Jezus, als U dit wil, wilt U me dan beschermen? U moet me verlossen, dan ga ik U dienen.”
De moedigste daad van zijn leven
Danny wist van de gevaren als hij zou stoppen. Evacueren van al zijn familieleden zou niet gaan.
“En toen deed ik de moedigste daad van mijn leven. Ik zei tegen degene die boven mij stond: ‘Ik heb gekozen om naar de kerk te gaan. Ik ga God en Jezus Christus volgen. Ik ga stoppen met jullie. Nee, sterker, ik ben bij dezen al gestopt.’ Hij zei: ‘Danny, Danny, wat doe je, wat doe je? Maakt dit eerst af.’
Maar ik was vastbesloten. Toen zei hij: ‘Als jij in één van de grachten terechtkomt, ligt het niet aan mij, maar aan anderen.’ Ik nam het risico en ervoer zo vrede van God. Ik ging naar huis en heb me bekeerd. Ik heb zo gehuild om mijn zonden. Ik werd overladen met liefde. Door Jezus, die ook voor mij is gestorven. Ik was ook nog pooier geweest en had vreselijke dingen gedaan. Hoe kon hij mij vergeven, zonder mij te straffen?
En …. Ik werd beschermd. De Colombianen deden mij niets. Zo’n machtige God hebben wij!”